Het in ELO-zwakkere Philidor V had ons bij de thuiswedstrijd een matchpunt afgesnoept, zelfs met een speler minder.
Voor de tweede keer konden we in de reguliere opstelling aantreden. Het in ELO-zwakkere Philidor V had ons bij de thuiswedstrijd een matchpunt afgesnoept, zelfs met een speler minder, en een overwinning was alleen daarom al gewenst. In het begin liepen we al gauw tegen een 2,5 – 0,5 achterstand aan te kijken, door verlies partijen van Mohammed en Jacob, en een remise van Mikki. Hierna kwamen gelukkig overwinningen van Luuk en Wim, gevolgd door een remise van Hans. 3-3 was de stand dus, maar zowel Johan als ik stond toen al beter. Uiteindelijk slaagde ik erin ook een punt binnen te halen, waarna Johan, hierop ingelicht, kort daarop in gewonnen stand remise aanbood en dat werd aangenomen. Een goede teamspirit bij Johan dus! En,.. ook deze keer scoorden de onderste borden gezamenlijk weer meer dan de bovenste vier..
De partijen, verwoord door de spelers: DSC heeft wit aan de oneven borden.
Bord 1. Jan Anne Hogendorp (1690) – Sytze Faber (1527) 1 – 0
In een vreemde Siciliaan,(1.e4,c5 2.Pf3, e6 3.d4,cd4 4.Pxd4,Lc5, deze laatste zet wordt niet in de theorie genoemd), moest ik toch wel opletten. Door een verkeerd plan van zwart kon ik ten koste van de pion op b2, via Pc7 schaak de zwarte toren op a8 verschalken (14e zet, +toren-pion), waarna mijn paard daar lange tijd bleef staan. Uiteindelijk werd mijn knol daar ook veroverd op de 31e zet (+kwal-pion), maar in die afwikkeling won ik nog een kleine kwaliteit, zodat ik per saldo een stuk tegen een pion vóór kwam te staan. In het eindspel gaf dit ruim de doorslag, ondanks de lichte tijdnood.
Bord 2. Mohammed Al-Sarayfi (1562) – Pieter Ploeger (1557) 0 – 1
Ik speelde met zwart tegen Pieter Ploeger. Pieter begon met e4. Ik probeerde de Philidor verdediging te spelen, maar die ik niet goed kende. Dat was geen slimme actie van mij in deze zo belangrijke wedstrijd. Gelukkig heeft het team heeft gewonnen, anders baalde ik er erg van. Op zich liep het in het begin gelijkwaardig tot de zet 16 waar ik een pion verloor door stukkenruil. Door mijn slechte zet 25. Le6 verloor ik mijn loper. Vervolgens gaf ik op.
Bord 3. Jacob Moraal (1580) – Henk van Wilgenburg (1530) 0 – 1
Nadat ik maandag op de club door Dokter van het bord was geveegd, deed van Wilgenburg dat op dinsdag, met dezelfde opening. Nu kreeg ik de standaard Scheveninger variant op het bord zoals die in mijn openingsboek staat. Helaas meende ik op de 10e zet e4 met Lf3 te moeten dekken in plaats van met f3. Nog niet direct verliezend maar uiteindelijk werd de druk zo groot dat kleinere onnauwkeurigheden leidden tot nog grotere druk. Met als gevolg blunders en verlies van de partij.
Bord 4. Luuk Roosma (1583) – Peter Venhuizen (1485) 1 – 0
Geprobeerd er (met zwart) een normale Siciliaanse verdediging van te maken edoch e4-c5.d4-cxd4. Verwachtend Dxd4 maar het werd c3 dus vraagtekens bij mij en uiteraard op mijn hoede. Verder een gewone ontwikkeling met mijn loper en paard een aanval op zijn damevleugel die resulteerde in nog een pion winst. Won daarna een derde pion om vervolgens met een vriendelijk gebaar hem mijn loper cadeau te doen. De partij is gelukkig in mijn voordeel afgelopen.
Bord 5. Wim van Zeijl (1525) – Danny de Vries (1421) 1 – 0
Over mijn partij, Koningsindisch, kan ik heel kort zijn. Ik heb een slechte zet gedaan waardoor hij met zijn loper een kwaliteit kon winnen. Echter, de loper werd niet op het goede veld voor hem gezet maar op het goede veld voor mij waardoor ik zo dat stuk kon pakken. Hij gaf vrijwel meteen op.
Bord 6. Hans Dokter (1438) – Wolter Jongsma (1416) 0,5 – 0,5
Uit een ongewone Siciliaan waar wit zijn paard terug speelde naar f3 had ik moeite mijn plannen uit te werken. Via een grote ruilactie offerde ik een pion om mijn toren op de 7e lijn te krijgen. Mijn tegenstanders poging dit te pareren deed hem een stuk tegen twee pionnen verliezen, waarna ik een gewonnen spel had. De matvoering koning, loper en paard tegen koning alleen lukte me niet, waarna ik remise aanbood.
Bord 7. Johan van den Berg (1467) – Jeppe van Bon (1429) 0,5 – 0,5
Met wit speelde ik tegen Jeppe van Bon (1429). De partij verliep wel lekker, op zet 21 bood hij remise aan. Na overleg besloot ik door te spelen. Op zet 30 sloeg ik met de Dame op h6, de g pion stond gepend door m’n toren. Hier had ik met een Torenoffer op g6 de partij kunnen beslissen (mat in 6) Een paar zetten later had ik met een Loperoffer groot voordeel kunnen halen. Maar ik was niet helemaal gerust over een goede afloop en speelde dus op zeker verder. Toen ik aan het eind van de avond hoorde dat we al 4 punten hadden, bood ik in een voordelige stelling remise aan. Daarmee de overwinning zeker stellend.
Bord 8. Mikki Veljkovic (1417) – Jan Hoekstra (1405) 0,5 – 0,5
Opening ging van 1.e4,e5 2.Pf3,Pc6 3.Lc4,Pf6 (Tweepaardenspel) is voor mij niet gunstig, kwam al in het begin een pion achter, en bleef die achter tot het einde. Na spannend dreigen van beide kanten, werden er steeds stukken geruild, ten slotte is het remise geworden. Meer zat er niet in.
Eindstand 3,5 – 4,5 voor DSC
Jan Anne Hogendorp