Wat is Snelschaak ?

Omdat we aankomende maandag de eerste 1ste ronde snelschaak van dit seizoen gaan spelen willen we graag onze nieuwe leden wegwijs maken in de term snelschaak. Maar ook bestaande leden hebben nog wel eens vragen over de schaakregels die gehanteerd moeten worden tijdens een snelschaakpartij. Daarom zullen we de belangrijkste regels hieronder nogmaals neerzetten.

Wat is snelschaak?

Snelschaak is een vorm van schaken waarbij beide spelers minder dan 10 minuten bedenktijd hebben. Bij snelschaak gelden dezelfde regels als bij rapidschaak. Het complete reglement met betrekking tot het snelschaak is na te lezen op bladzijde 20 van het Fide-reglement .

Welke regels gelden er?

  1. Spelers behoeven hun zetten niet op te schrijven.
  2. Zodra beide spelers vanuit de beginopstelling tien zetten hebben voltooid: kan geen correctie worden toegepast op de instelling van de schaakklok en kan er geen claim meer ingediend worden met betrekking tot een onjuiste beginopstelling of een verkeerd geplaatst schaakbord.
  3. Een onreglementaire zet is voltooid zodra de speler zijn klok heeft ingedrukt.
  4. Als de arbiter niet ingrijpt bij een onreglementaire zet, mag de tegenstander winst claimen, vooropgesteld dat de tegenstander nog niet zijn volgende zet gedaan heeft. Echter, de partij is remise als de stelling zodanig is dat de tegenstander de koning van de speler nooit mat kan zetten.
  5. Als de tegenstander geen winst niet claimt en de arbiter niet ingrijpt, blijft de onreglementaire zet gehandhaafd en de partij wordt voortgezet. Als de tegenstander een onreglementaire zet heeft beantwoord kan deze niet meer worden gecorrigeerd, tenzij de spelers dit besluiten zonder tussenkomst van de arbiter.
  6. Om de winst na tijdsoverschrijding te claimen mag betrokkene de schaakklok stilzetten en de arbiter hiervan in kennis stellen. De claim wordt slechts toegewezen als de vlag van degene die claimde niet en die van zijn tegenstander wel is gevallen na het stilzetten van de schaakklok. Echter, de partij is remise als de stelling zodanig is dat de claimende speler de koning van de tegenstander nooit mat kan zetten.
  7. Als de arbiter waarneemt dat beide koningen schaak staan of dat er een pion op de verste rij van zijn uitgangspositie staat, dan moet de arbiter wachten tot de volgende zet is voltooid. Daarna, als de onreglementaire stelling nog steeds op het bord staat, moet hij de partij remise verklaren.
  8. Als de arbiter het vallen van een vlag waarneemt, moet hij het melden.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *